Troet Demey werd geboren op 20 december 1949 op de plaats waar nu het VRT-omroepcentrum staat.
Hij groeide op tussen de velden in Wezembeek-Oppem waar de kleurenpracht van de zomerse velden hem overweldigde als hij er doorreed op zijn autoped. Daar maakte hij zijn eerste aquarellen.
Troet koos toen hij ouder was voor een kunstopleiding, achtereenvolgens in het Sint-Lukasinstituut te Brussel en later ook in Hasselt. In Brussel, in de klas met Herman De Coninck en Stefaan Van den Brempt, schreef hij zijn eerste gedichten. Tot op vandaag is hij dat blijven doen.
In de woelige meimaand van 1968 verbleef hij in Parijs, de aanzet van een twee jaar durende wereldreis waarvan de indrukken en impressies in zijn werken zijn terug te vinden. Later ging hij studeren in Antwerpen, aan de Academie voor Schone Kunsten waar de leraar, die hem bezig zag, hem zei dat aquarel hem het best lag. Hij leerde er het métier. Daarom zijn zijn Antwerpse jaren van primordiaal belang.
Na de lerarenopleiding in St.-Thomas in Brussel, kon hij in 1977 aan de slag als leraar Plastische Opvoeding. Dat deed hij tot nu toe in Hoegaarden en in Meldert. Hij werkte 2 jaar als gedetacheerde bij de v.z.w. Gynaika, waar hij met collega’s een aantal boeiende projecten uitwerkte en hierdoor dagelijks in contact kwam met het werk en de gedachtegang van kunstenaars, lopende tentoonstellingen van hedendaagse kunst en studenten van de kunsthogescholen in België, in Nederland en Frankrijk, het project ‘Piazza dell’ Arte’ , waarbij met autobussen naar de secundaire scholen wordt gegaan, waarin grote hedendaagse kunstenaars hun werk installeerden en waarin leerlingen kunnen werken in workshops.
Sinds 1981 woont hij met vrouw en kinderen in Goetsenhoven bij Tienen, alweer tussen de onmisbare velden en boerderijen.
Vroeger waren er ook al etsen, potlood- en pentekeningen, olie- en acrylschilderijen maar de laatste jaren zijn bijna uitsluitend gewijd aan pastel en vooral aquarel en daarnaast ook mixed media uit een andere invalshoek, de tegenstellingen.
Naast het schilderen speelt Troet toneel en schrijft poëzie. In Nederland verscheen de laatset bundel ‘Vrijdag en geen weer’ en recent was er de bundel ‘Twijfels van half twaalf’, telkens met gedichten en tekeningen.
Als eeuwige zwerver langs Vlaamse en vreemde wegen, zijn de werken van Troet Demey, de weergave van zijn impressies opgedaan tijdens de zwerftochten in binnen- en buitenland. We reizen met hem mee door Vlaanderen, Wallonië, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Denemarken, Zweden, Finland, Tunesië, Tsjechië en Slowakije, Hongarije, Slovenië en Kroatië, Spanje en Dublin, een kleine stap voor kijker-reizigers. Door een bewuste ingreep op het onderwerp en de uitbeelding ervan, krijgt het werk van Troet Demey een eigen bestaansreden en staat het als compromis tussen droom en werkelijkheid.
Dat doet hij het liefst met aquarel. Die uitdrukkingstechniek ligt hem het best.
Over het aquarel zei eminent kunstkenner Marcel Duchateau: ‘eeuwen lang heeft men de aquarel beschouwd als een ‘mindere’ kunst. Men situeert ze ergens tussen de tekening en de olieverfschildering. Toch heeft de aquarel een eigen, onvervreemdbaar en betoverend karakter omwille van de transparantie, een karakter dat voortvloeit uit de matière zelf waarmee ze wordt gemaakt. Al de grote meesters die deze kunst hebben beoefend hebben dat karakter op voorbeeldige wijze geëerbiedigd: Dürer in zijn landschappen en in zijn studies van dieren en planten, ook Turner, Cézanne en zelfs Paul Klee grepen naar het aquarel. Stilaan werd men er van overtuigd dat de techniek van de aquarel één van de meest subtiele is op het gebied van de schilderkunst. Ze vergt een vaardige hand en een gevoelige, wakkere verbeelding die op ieder ogenblik de toevallige en vaak onverwachte effecten van de matière involgt en in het beeld investeert.’
In ‘het aquarel in België’ schreef Th. Bosteels:
‘Het aquarel is een facet uit de schilderkunst dat tot op heden ondergewaardeerd is gebleven. Elke beoefenaar moet over een bijzondere technische vaardigheid beschikken, want elke toets, is er en blijft er. Het aquarel is vaak schijnbaar speels en spontaan. In werkelijkheid echter sterk gedisciplineerd en beredeneerd. Het is de tover van het licht en de kleur in al haar wondere vormen. Het licht dat uiteindelijk alles vorm geeft. Het doet me denken aan de ‘Laterna Magica’. Want het is het vatten van het licht, het doorgeven, gefilterd door kleur en geest. Niet toevallig heeft de Oosterse kunst een voorkeur voor dit eenvoudig medium. Want aquarelleren is sfeer scheppen, is poëzie. Het is tasten naar het niet tastbare, het eeuwige onoplosbare mysterie. Het is leven met het mysterie… kunst. Ik ben er steeds van overtuigd geweest dat kunst is: met eenvoudige middelen iets moois maken.’> Lijst van de tentoongestelde werken...
Troet Demey
Tiensebaan 128
3300 Goetsenhoven
016 81 83 69