HET VOLK ZATERDAG 15 MAART 1952 (terug)
HAGELANDSE FOLKLORE
Bedevaart te Vissenaken
WAAR DE HEILIGE HYMELINUS STIERF
Het Hageland is lang een afgezonderde streek geweest, waar de moderne invloeden slechts druppel na druppel doorsijpelden. Als gevolg hiervan bleef de bevolking zeer conservatief in al haar doen en laten, in haar gebruiken en haar folkloristische uitingen.
Vooral de talloze bedevaarten zijn een zeer typische trek van dit volk, dat de begankenissen door de eeuwen heen ongerept heeft bewaard. Daar het grootste procent het beroep van landbouwer uitoefent is het anderzijds niet te verwonderen, dat de begankenissen één van die wortels zijn die bewijzen hoe sterk en bodemvast de Hagelander in zijn grond ankert. Een landbouwer is immers grotendeels afhankelijk van zegeningen en tegenslagen op zijn veld, op zijn hoeve, in zijn stal. Met honderden en zelfs duizenden verschijnen ze regelmatig op hun zeer eigenaardige bedevaarten en bidden er voor bescherming en bijstand.
Vissenaken kan er niet op bogen een populaire heilige te bezitten, maar de inwoners gaan er prat op het monopolium te hebben van de verering van de H. Hymelinus, die te Vissenaken leefde, stierf en wonderen deed.
WAT OUDE OORKONDEN VERTELLEN
Deze bedevaart moet ongetwijfeld zeer oud zijn. Want om tot de tijd te komen dat de heilige Hymelinus leefde moeten we terugkeren tot de eerste eeuwen van onze tijdrekening. Vissenaken moet reeds door onze eerste veroveraars uit het Zuiden, de Romeinen, gekend zijn. De naam zelf, Fescenniacum, dat domein van Fescennius betekent, wijst reeds op die oude afstamming. Daarenboven tonen de Romeinse voorwerpen, die enkele jaren geleden gevonden werden, de waarheid van deze stelling aan.
Omstreeks de 7e en 8e eeuw is de waarschijnlijke bekering van het Hageland begonnen. Op last van de bisschop van Luik kwamen hier missionarissen, waaronder we ook de H. Hymelinus rekenen, die te Vissenaken kwam sterven.
DE GROTE BEDEVAART
Deze heilige wordt gevierd als de Winter op zijn laatste benen loopt en de nieuwe Lente, die alle narigheden doet vergeten, in 't zicht is. Zijn feestdag valt op 10 Maart. De gewoonte wil, dat men op deze dag 's morgens na de H. Mis, het water en het brood, dat door de gelovigen naar de kerk werd gebracht, op een plechtige wijze wijdt. Het ganse octaaf (?) door stroomt er volk naar de kerk van St-Maarten en naar de bron in het Kattebos. Dit is op een kleine afstand van de baan Tienen-St-Joris-Winge gelegen. Tussen het kreupelhout, overschaduwd door twee reusachtige populieren, vindt men daar een bron. Meer dan een eeuwgeleden bouwde men er een eenvoudig kapelletje over. In een nis prijkt het beeld van de heilige, terwijl de verweerde stenen het inschrift dragen: H. Hymelinus 1817.
Het viel ons op dat men op deze dagen zelden op deze rustige plaats kan komen, zonder dat een of ander bedevaarder, in eenvoudige klederen, maar met een groot hart, op het simpele bankje voor de bron deemoedig zijn verlangen en zijn bedankingen legt.
De grote bedevaart wordt Zondag gehouden. Te 10 uur wordt in de kerk van St-Maarten een mis opgedragen voor de leden van het gilde van de bron. Vooraan, in het midden van de stemmige kerk, staat de relikwie van de h. Hymelinus, vervat in een prachtige schrijn.
Na deze kerkelijke plechtigheid gaan de bedevaarders in boetprocessie naar de bron. Vooraf gaan de schoolkinderen, de geestelijkheid, gevolgd van de de honderden pelgrims. Ook de relikwiekast wordt meegedragen. De slingerende steenweg in het deinende Hagelandse Heuvellandschap ziet zwart van 't volk. De lange sliert verdwijnt nu langs een smal weggetje naar het Kattebos. De dragers plaatsen de relikwie op het kapelletje van de bron en de priester wijdt het water. Het wordt mee naar huis gedragen en gebruikt tegen pest, koorts, vallende ziekte, veekwalen en voor de genezing van kwijnende kinderen.
G.R.
•
Schrijf in voor de Nieuwsbrief van Vissenaken
•
Activiteiten
in/rond Vissenaken
•